Werkwijze Tongriem Praktijk
Intake, nacontrole & nazorg
Intake, nacontrole & nazorg
Een intake duurt 60 minuten. Hierin beginnen we met een aantal vragen (anamnese). Daarna kijken we bij de baby in de mond. We letten dan op klinische kenmerken van de tongriem, maar ook op de functionaliteit van de tong.
Vervolgens kijkt de lactatiekundige een voeding mee (borst of fles). Na de anamnese, de beoordeling in de mond en het voedingsmoment wordt een advies gegeven over de tongriem. Als een andere aanlegtechniek klachten vermindert, is het mogelijk dat ouders dat eerst willen gaan uitproberen.
Soms kan het zijn dat we het advies geven om eerst naar een osteopaat te gaan, om te kijken wat het effect is als er minder spanning is in de mond.
We kijken dan opnieuw tijdens een herbeoordeling.
Wellicht is een behandeling van ons niet meer nodig. Mocht er wel behandeld worden is ontspanning in het mondje ook prettiger doordat er meer ruimte is voor de behandelaar. Ook is er een kleinere kans op verkleving van de wond en de nazorg voor de ouders is gemakkelijker.
Als we het advies geven om de tongriem te behandelen en de ouders zijn akkoord, dan kan dat ook meteen in hetzelfde uur gebeuren.
Hierbij ligt de baby op de borst van een van de ouders. Dit vinden wij het meest kindvriendelijk.
Na het aanbrengen van oppervlakte verdoving wordt met een elektrotoom de tongriem binnen een paar seconden doorgehaald.
Het voordeel van een elektrotoom is dat wat je aanraakt meteen dicht is, hierdoor is de kans op een nabloeding of infectie heel klein. Na de behandeling wordt de baby meteen weer gevoed.
Als er behandeld wordt krijgen ouders tijdens de intake ook instructies voor de nazorg van het wondje onder de tong. Het doel hiervan is om verkleving van het wondje tegen te gaan.
Ongeveer een week na de behandeling willen we de baby graag terugzien. We willen dan graag weten hoe het gegaan is en of de klachten verminderd zijn.
We kijken tijdens deze afspraak ook naar het wondje. Vaak adviseren we om, na de eerste week, extra oefeningen te doen. Hiermee zorg je dat het littekenweefsel niet stug wordt en dat het weefsel na de genezing elastisch blijft. Andere oefeningen zorgen ervoor om de tongmotoriek te bevorderen.